Herkennen van ADHD bij je kind

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) komt voor bij ongeveer 5% van alle kinderen. Het herkennen van ADHD bij je kind kan een belangrijke eerste stap zijn naar de juiste hulp en ondersteuning. Op deze pagina vind je uitgebreide informatie over de signalen, symptomen en wanneer je professionele hulp moet zoeken.

De drie hoofdkenmerken van ADHD

ADHD wordt gekenmerkt door drie hoofdsymptomen die in verschillende combinaties kunnen voorkomen:

1. Hyperactiviteit

  • Voortdurend in beweging zijn, ook als dat niet passend is
  • Moeite met stilzitten tijdens het eten of huiswerk
  • Vaak rennen of klimmen in situaties waar dit niet gepast is
  • Excessief praten
  • Altijd “aanstaan” alsof aangedreven door een motor
  • Friemelen met handen of voeten

2. Impulsiviteit

  • Antwoorden geven voordat de vraag is afgemaakt
  • Moeite met wachten op zijn/haar beurt
  • Anderen vaak onderbreken of zich opdringen
  • Zonder nadenken handelen
  • Gevaarlijke situaties niet goed inschatten
  • Emoties moeilijk kunnen reguleren

3. Concentratieproblemen

  • Snel afgeleid zijn door prikkels uit de omgeving
  • Moeite met het volgen van instructies
  • Taken niet afmaken of van de ene naar de andere taak springen
  • Vaak spullen kwijtraken (speelgoed, schoolspullen)
  • Vergeetachtig zijn in dagelijkse activiteiten
  • Moeite met organiseren en plannen

Signalen per leeftijdsfase

Peuters en kleuters (2-5 jaar)

Bij jonge kinderen kan ADHD zich uiten door:

  • Extreem druk gedrag vergeleken met leeftijdsgenoten
  • Weinig gevoel voor gevaar
  • Zeer kort kunnen spelen met één speelgoed
  • Driftbuien die langer duren dan normaal
  • Slaapproblemen
  • Moeite met veranderingen in routine

Basisschoolleeftijd (6-12 jaar)

Op school worden de symptomen vaak duidelijker:

  • Problemen met het maken van huiswerk
  • Vaak straf krijgen voor ongehoorzaamheid
  • Conflicten met klasgenoten
  • Onderpresteren ondanks normale intelligentie
  • Chaotisch bureau of schooltas
  • Vergeten van afspraken of taken

Tieners (13-18 jaar)

In de puberteit kunnen nieuwe uitdagingen ontstaan:

  • Problemen met zelfstandig plannen van schoolwerk
  • Risicogedrag (alcohol, drugs, gevaarlijke stunts)
  • Emotionele instabiliteit
  • Moeite met het onderhouden van vriendschappen
  • Lage zelfwaardering
  • Oppositioneel gedrag

Verschil tussen jongens en meisjes

ADHD uit zich vaak anders bij jongens dan bij meisjes, waardoor het bij meisjes vaker over het hoofd wordt gezien:

ADHD bij jongens

  • Meer hyperactief en impulsief gedrag
  • Vaker storend in de klas
  • Fysiek actief en druk
  • Eerder gediagnosticeerd (gemiddeld rond 7 jaar)

ADHD bij meisjes

  • Vaker het onoplettende type
  • Dagdromen en in gedachten verzonken
  • Internaliserende problemen (angst, somberheid)
  • Later gediagnosticeerd (vaak pas in tienerjaren)

Wanneer professionele hulp zoeken?

Het is belangrijk om professionele hulp te zoeken als:

  • De symptomen langer dan 6 maanden aanwezig zijn
  • Het gedrag zich in meerdere situaties voordoet (thuis, school, sport)
  • Je kind lijdt onder de symptomen
  • Het dagelijks functioneren wordt belemmerd
  • Er problemen ontstaan op school of in sociale situaties
  • Het gezinsleven ernstig wordt verstoord

Waar kun je terecht?

Voor een diagnose en hulp kun je terecht bij:

  • Huisarts: Eerste aanspreekpunt voor doorverwijzing
  • Jeugdgezondheidszorg: Via het consultatiebureau of schoolarts
  • GGZ-instelling: Gespecialiseerd in ADHD-diagnostiek
  • Kinderpsychiater of -psycholoog: Voor uitgebreide diagnostiek
  • Ouderpunt: Voor informatie en lotgenotencontact

Het diagnostisch proces

Een ADHD-diagnose wordt gesteld door een specialist en bestaat uit verschillende stappen:

  1. Intake gesprek: Bespreking van zorgen en klachten
  2. Vragenlijsten: Voor ouders, leerkrachten en het kind zelf
  3. Observatie: Gedragsobservatie thuis en op school
  4. Psychologisch onderzoek: Testen van aandacht, geheugen en andere functies
  5. Medisch onderzoek: Uitsluiten van andere oorzaken
  6. Diagnose: Op basis van DSM-5 criteria

Wat als het geen ADHD is?

Niet alle druk of ongeconcentreerd gedrag duidt op ADHD. Andere mogelijke oorzaken zijn:

  • Hoogbegaafdheid met onderstimulatie
  • Leerproblemen zoals dyslexie
  • Angststoornissen
  • Traumatische ervaringen
  • Slaapproblemen
  • Voedingsintoleranties
  • Gehoor- of visusproblemen

Een goede diagnostiek kijkt naar het complete plaatje van je kind.

Tips voor de periode tot de diagnose

Terwijl je wacht op een diagnose, kun je al beginnen met:

Observeren en noteren

Houd een dagboek bij van het gedrag van je kind. Noteer wat er gebeurde, wanneer en in welke situatie.

Contact met school

Bespreek je zorgen met de leerkracht en vraag om observaties vanuit school.

Structuur bieden

Een vaste dagstructuur en duidelijke regels kunnen al veel rust geven.

Positieve aandacht

Focus op wat wel goed gaat en geef complimenten voor gewenst gedrag.

Hulp nodig?

Herken je veel van de beschreven signalen bij je kind? Neem dan contact op met je huisarts voor een doorverwijzing naar specialistische hulp. Je staat er niet alleen voor!